Een tipje van de sluier, een onderling beraad. De feiten liggen op tafel maar de tafel wankelt, het heeft maar drie poten. Ik weerleg mijn woorden, ik bied ze op een gouden bordje aan. Handgeschreven en persoonlijk uitgewerkt, een privé besluit. De gedaagde ben ik zelf. Bemiddeling is uitgesloten.
De zitting is geopend, een openbare hoorzitting met ik als advocaat. De jury kijkt star voor zich uit, geen toontje medeleven, slechts een oordeel op het eerste gezicht.
De rechter zit te recht in zijn stoel, een statige man, te serieus. Zijn toga te klein voor zo een te grote man.
Ik probeer stil te zitten, ik ben zenuwachtig. De waarheid zal ik spreken, ik ben dit verplicht. Als ik opzettelijk een valse verklaring afleg, maak ik me schuldig aan meineed en dat wil ik niet.
Er wordt straks een oordeel geveld en ik heb totaal geen zeggenschap over het hele spektakel. Enkel een weerwoord maar zo kansloos, ik heb schuldig op mijn voorhoofd staan.
In de zaal herken ik wat lieve gezichten, zij die mij altijd bij staan in zware tijden. Een brok in mijn keel, ik neem een slokje water.
Het is stil, er is enkel soms wat geroezemoes. Hebben ze het over mij, ben ik het pispaaltje, de spotschandpaal?
Een engeltje op mijn schouder, fluistert in mijn oor, wees gewoon eerlijk. Ik roep iets te hoorbaar, ssstttt, zwijg gevleugeld vriendje, wees stil. Ik heb de schijn tegen, wie gelooft mij nog? Is het niet standaard bij me gaan horen, is liegen niet gewoon een karaktereigenschap geworden?
Ik denk aan later maar ik moet in het hier en nu blijven. Ik moet alert zijn en voor mezelf opkomen, mijn eigen redder zijn.
Ik schraap mijn keel, ik zeg mijn naam hardop, de microfoon hapert maar ik ga onverstoorbaar door. Ik ben Cindy Salman, 41 jaar. Woonachtig in Noordwijk, geboren in Leiden als 1 van een tweeling. Ik kom uit een gelukkig gezin. Mijn jeugd was fijn.
Ik heb mijn zegje gedaan, dit is de feitelijke waarheid. Plaatjes schieten voorbij in mijn hoofd, ik denk aan vroeger.
Iedereen heeft recht op de waarheid maar wat is werkelijkheid, wat is waar? Zijn jeugdherinneringen je niet ingepraat, ben je door horen en zeggen niet voorgelogen. Was je echt zo blij als op de foto of was het slechts schone schijn. Verhalen horend bij een foto, je maakt er je eigen sprookje van.
De rechter kijkt me nors aan, hij zwijgt. Waarom zegt die man niets, dit is zo ongemakkelijk. Gaat u verder, verder? Dit was het, ik ben klaar. Ik deel geen details mede, dat gaat jullie namelijk niets aan. Ik kwam zojuist even op voor mezelf, een sneer van mijn kant. Zo niet Cindy-achtig, ik zit zwaar in mijn rol als advocaat.
Weer de vragende blik. Ik moet verder gaan maar waar begin ik in hemelsnaam. Ik sla wat jaren over, een stuk of 12 om precies te zijn. Ik werd 12 en plots was het gedaan met de vreugde. Cindy werd een ander mens. Een gedaante verwisseling, het witte, blije zwaantje werd een ongelukkige zwarte zwaan.
Een wijs besluit was genomen, ik ga afvallen, ik ga aan de lijn doen. Eten werd verboden, mijn mond bleef dicht. Af en toe een hapje was slechts toegestaan. De lekkere trek verdween, de borden leeg, opgesierd door hier en daar een kruimel. Stoppen ging niet meer, de anorexia was een feit.
Je best doen op school werd een zelfgesteld ultimatum, men mocht niets weten van mijn leeradvies. Te zwak bevonden voor de havo, te naïef, echt een mavo klant. Leren werd een full time job, Ik mocht niet falen. Falen was een smet op je rapport, alleen hoge cijfers telde. Voeding voor je hersens was niet nodig, mijn lijf functioneerde prima zonder.
Ik dacht ooit verliefd te zijn althans zo gedroeg ik me destijds. Maar wat is liefde, is dat zoenentikkertje spelen op het plein? Wegrennen voor een kusje? In de ban zijn van een man die niet kiezen kon, als hobby zoentjes verzamelde.
Ik verdween van de aardbodem, ik dacht het geluk elders te vinden, ik was in staat zelfstandig te opereren maar niets was minder waar. Teleurgesteld in de liefde, verloren van mijn held kwam ik beschadigd terug op vaste bodem en moest ik de weg voortaan alleen bewandelen. Opnieuw leerde ik lopen en staan, er was slechts een route, de weg vooruit. Terugkijken was te pijnlijk en deed bovendien te veel verdriet.
Mijn eindeloze herhaalgedrag, de tomeloze dwang, werd een levenswijze, niets was zonder tellen, alles kreeg een gebruiksaanwijzing, zelfs bepaald denken werd verplicht. Stoppen was niet mogelijk, ik moest immers de wereld rond laten draaien. Ik was in staat de mensheid te redden als ik maar deed wat er van me werd gevraagd.
Volgzaam tartte ik het noodlot, mijn leven werd me haast fataal. Een inzinking, een depressie, een val van hoog. Ik was niet veilig, ik was in staat mezelf iets aan te doen, Hulp van buitenaf mocht niet baten, ik was ongelukkig en dat was dat. Ik heb gesmeekt tot god, verander mij in een wit zwaantje en ik zal weer gelukkig zijn.
Mijn zucht naar liefde, genegenheid heeft me verkeerde keuzes doen maken. Iedere knipoog was voor mij een teken. Een teken van liefde, een houden van.
Een verdwaalde traan rolt over mijn wang, ik kijk om me heen, is er iemand met een zakdoek, is er iemand die mij troosten kan zonder enige bijbedoeling?
De rechter zit nog even roerloos, ik ontwijk zijn starre blik. Ik weet wat hij denkt, ik weet het maar al te goed. Zijn oordeel is bepalend, de opgelegde straf zal bindend zijn. Veroordeeld tot levenslang, onvoorwaardelijk dan. De bewijslast is enorm en schaadt mijn reputatie.
De rechter oordeelt, mevrouw u bent een mislukking, uw leven een leugen. U wordt schuldig bevonden aan verraad. De jury knikt, geen mededogen.
Zal ik in cassatie gaan, zal ik de beslissing aanvechten, misschien een andere advocaat? De Immateriële schade welke veroorzaakt is door het verdriet, de smart en het geestelijk gemis, is deze vergoedbaar, heb ik recht op smartengeld misschien?
Ben ik schuldig aan het ongeluk, mijn staat van zijn. Ben ik niet gewoon te goedgelovig, te naïef, een echte mavo klant?
Ik sta op en kijk recht in de zaal, ik pleit schuldig, als liefhebben een misdaad is.
Cindy