De trui

Een kledingstuk, een trui, gewoon een oud vod maar dat vind jij.

Niet van deze tijd maar hij zit zo lekker, weet je, hij zou jou ook goed staan.

Een gat in de mouw, kapot, ontstaan in de tand des tijds.

Soepel vallend om mijn lijf, beschermd en vertrouwd, mijn vorm.

De kleur blauw, azuur, mijn lievelingskleur, ook soms die van jou?

Niet te vaak wassen dan verliest hij zijn glans, zijn kleur.

De geur, een tikkeltje vanille, kokos, de geur van een zomerse dag in mei.

De capuchon over mijn hoofd, ik lijk wel een gangster, herken je mij?

Wegkruipen op de bank, ik in mij te grote trui.

Gewoon een kledingstuk, een blauwe trui.

Een vod, een dekentje om mijn lijf.

Had ik maar een reserve exemplaar, een tweede trui.

Ik zou hem aan jou geven, als gebaar van liefde.

Het vodje, de blauwe trui, gedragen door ons allebei.

Je mag hem best lenen hoor.

Cindy

All of me

Het lege vel papier, onbeschreven naakt, blanco.

Een idee, spannend, eng.

Een eerste streep, een begin.

Een vergissing, de gum, weer opnieuw.

De gebroken punt, een slijper, puntgaaf.

Inspiratie, de omgeving, waar ben ik nu.

Een vorm, een figuur, een ontwerp.

Levend, zo echt, waarheidsgetrouw.

Het perspectief, de vergeten hoek.

Mijn hand, mijn potlood, mijn handtekening.

Cindy

Voor even oké

Vandaag

Mijn lichaam, mijn omhulsel, mijn staat van zijn.

Vandaag kijk ik in de spiegel, wie ben ik, wat maakt mij bijzonder, uniek, echt Cindy.

Ik ben naakt en ik voel me bekeken, de spiegel kijkt naar mij.

Ik raak in paniek, Cindy, Cindy, wat zie jij eruit….Ik ben een monster, help.

Toe, dwaal niet af, je hebt beloofd niet al te streng te zijn voor jezelf.

Mijn spiegelbeeld klaagt en ik hap.

Ik kijk weg en gun mezelf wat meer tijd.

Ik moet wennen aan mijn nieuwe ik, mijn lichaam dat is veranderd, gegroeid in omvang.

Alles aan mij is niet kloppend, ik haat het dat ik mezelf zo verafschuw.

Wanneer ga ik mezelf de moeite waard vinden, accepteren dat het is wat het is?

Ik en al mijn eigenaardigheden, het complete plaatje, Cindy in vol ornaat.

Vandaag ga ik de confrontatie aan en probeer me niet te fixeren.

Conversatie met mijn spiegelbeeld

Je mag me aanraken, toe doe maar, ik ben niet van steen. Wees voorzichtig en teder, ik schrik nogal snel. Het lijf wat je aanraakt is nog niet van mij, het is een omhulsel van dat wat mensen graag zien. Vind jij mij mooi? Ben ik aantrekkelijk of ben ik echt zo walgelijk als ik zelf denk? Liefdevol pak jij mijn hand en streelt me zachtjes, wat lief, wat bijzonder, dit voelt zo fijn. Ik ontwijk je ogen, te verlegen, te veel schaamte, voel jij wat ik ook voel, walging van dit afgrijselijke lichaam, de ruwheid van mijn geschonden huid? Behoedzaam trek ik mijn hand terug, je mag me niet langer liefhebben straks verbreek je de betovering nog. Heel even voelde ik mij fijn, a split second of acceptance. Jij, zo prachtig in je zijn, ik zo naïef en afwijkend van de norm, anders. Mag ik je even vasthouden, een knuffel geven, je vraag verrast me, wil je mij echt omhelzen? Ik aarzel geen seconde, ik weet nog hoe fijn het voelt, armen om je heengeslagen. Je opent je armen en gretig hap ik toe. Ik verstevig mijn grip, laat me alsjeblieft nooit meer los, ik zal heel lief en volgzaam zijn. Je wrijft over mijn rug en een warm gevoel overvalt me. Ik wil in je kruipen, jij en ik één, samen sterk. Je laat me niet los en zo staan we daar even, alleen op de wereld, alleen jij, ik en onze omhelzing. Maar aan al het goede komt een eind, jij en ik zijn niet één, we zijn ook niet alleen op de wereld, er is geen jij en ik, alleen dit korte samenzijn, hetgeen ik koester. Je zoekt contact, je bent op zoek naar mijn ogen maar ze zijn gesloten, ik wil dit gevoel vasthouden en ik moet me concentreren, het warme gevoel moet blijven, ik heb het zo gemist. Je raakt mijn gezicht aan en voorzichtig open ik mijn ogen, ik kijk je nu recht in je ogen aan, zie ik walging, zie ik afkeer of ben je nu gewoon net als ik blij verrast. Is het voor even oké?

Cinderella

Beste S,

Hoe voelt het om?

Ik voel me vandaag klote, sorry voor mijn woordenkeus, ik zal voortaan censuur gebruiken.

Boos zijn is te makkelijk, het gaat dieper dan dat.

Heb je weleens willen slaan in het niets, het luchtledige?

Een onzichtbare vijand te lijf willen gaan, het moordwapen je handen zijn?

Weet je hoe het voelt om zo kwaad te zijn dat je rood aanloopt?

Je scheldwoorden bedenkt die niet eens bestaan, maar wel de lading dekken?

Je je ergert aan diegene die het beter weet, jou wil overtuigen.

Weet je hoe het voelt om te verliezen, vlak voor je de beginstreep nadert?

Hoe het gejuich overgaat in boe-geroep, geen winnaar maar een looser bent.

Denk je weleens had ik maar…..

Gevoeld hoe de pijn, de opgelopen spanning je plat legt?

Gestotterd omdat je je in het nauw gedreven voelde?
Je stilletjes wenst dat het Voodoo popje zijn werk gaat doen?

Je hoopt op een vredig einde maar wel beter weet?
De tranen hoog staan maar geen kans krijgen?

Je gestampvoet zeer doet aan je beide benen?

Beste S,

Vandaag voelde ik me klote(piep) door jou.

Je bent onaardig, gemeen en vals.

Je slaat me figuurlijk hard in mijn gezicht, je klap is raak.

Ik zie je, jij bent het die ik haat.

Mijn handen jeuken, ik wil je zo graag met gelijke munt terugslaan.

Je loopt rood aan, zo niet aantrekkelijk, ik zou willen dat je jezelf nu zag.

Het voodoo poppetje is dood, wat betekent dat?

De eindstreep is behaald maar niet dankzij jou.

Ik verdien gejuich, een staande ovatie maar van jou geen applaus, slechts een middelvinger.

Cindy.

p.s ik ben niet boos hoor.

De parkietenkooi

Boven bij mij op zolder is het fijn vertoeven. Ik heb van de beperkte ruimte een fijn plekje weten te creëren. Bivakkeren op zolder klinkt niet heel spannend maar geloof me hier is genoeg te doen en te beleven. Omringd door spulletjes waar je eigenlijk geen plek voor hebt, je huis zouden ontsieren of gewoon omdat het jeugdsentiment oproept en je te oud bent voor Furby’s all over.

Om de zolder te bereiken, moet je geen hoogtevrees hebben, een houten trappetje op en je betreedt mijn domein. Eenmaal boven zul je misschien denken, het is maar een doodnormale zolder met een hoop troep. Maar mijn troep is voor mij wel van onschatbare waarde, waardevolle rotzooi dus.

Als je op je tenen gaat staan en tuurt uit het zolderraam zie je de vuurtoren, de bakermat van Noordwijk.

In het uiterste hoekje staat een tafel, ooit gescoord in de kringloopwinkel voor een prikkie, inclusief 4 stoelen. Om er te komen ban ik me een weg langs alle dozen. Ik struikel standaard over dezelfde doos, ergernis en bovendien zo makkelijk oplosbaar.

Ik wil de doos verschuiven maar ik krijg hem maar niet in beweging. Wat is zo zwaar, wat belast de doos zo zeer? Ik open de doos en weet het weer, het is de doos vol herinneringen, zo goed bewaard gebleven. Herinneringen bezwaard door de vele emoties.

Ik pak een plakboek en voorzichtig open ik hem, ben ik wel in de stemming voor a trip down memory lane? Op de foto met mijn zusje, het schoolreisje in Duinrell, een familie-kiek, allemaal vastgelegd door de gevoelige lens als herinnering voor later. Boeken vol bewaarde prullaria althans dat zijn het voor jou. Ik sluit de doos voorzichtig, zuinig op zulk dierbaar gewicht.

Goed als je struikelt sta je weer op, ik laat de doos toch maar daar waar die is.

Er hangt hier een zolderkamer-geur, ik kan het niet goed beschrijven, niet muf maar geleefd, herkenbaar.

Mijn oog valt op een grote tas, propvol met lieftallige knuffeltjes, zacht, aaibaar en vooral heel erg gebruikt, doodgeknuffeld. Hun beste tijd gehad maar net als de herinneringen dump je je allerbeste vriendjes ooit, nooit en te nimmer.

In de hoek de overgebleven rollen behang, verfblikken met de kleur roze, wit, halfvol. Zou ik de zolder roze kunnen verven of is dat te gewaagd(misschien een meisjesdroom, niet voor vrouwen van mijn leeftijd).

Een oud Senseo apparaat, talloze legpuzzels, een verzameling schoenen, alles heeft een plek maar wat ligt waar? Gisteren op zoek naar dat ene belangrijke dingetje, spoorloos, niet gevonden.

Boven op de doos een lege parkietenkooi, nou ja, leeg? Mijn kleine kat behuisd hem nu, liefdevol gepamperd met warme dekentjes, hij vindt het fijn, hij ligt er graag.

Ik ga zitten op de stoel en kijk om me heen, best gezellig zo een zoldertje met rommel, ook ik kom hier graag net als de kat.

Cindy

De letter C

Wil je een hapje, toe tast maar toe. Je zult er geen spijt van krijgen, puur genot zul je ervaren. De eerste hap is het lekkerst, een brokje witte chocolade dat smelt onder je tong. De smaak zo specifiek, sinterklaas-achtig. Weet je nog, elk jaar een letter C, het mooiste cadeau wat je maar kon krijgen. Melk, puur, hazelnoot, geef mij maar wit. Wit de kleur van onschuld, guilty pleasures. Hapje voor hapje, even wegleggen, het hoeft niet in één keer op. Je zintuigen worden geprikkeld, je wordt gewoon blij, wat een stukje chocolade al niet met je kan doen. Zweven in de hemel, rustend op een wit wolkje hoog in de lucht. Je wilt wel happen maar je bent bang voor de gevolgen. Ik heb je een beetje bang gemaakt, vrees niet geen zorgen, je zult niet meteen verdwijnen in mijn zojuist beschreven roes, ik weet je hebt hoogtevrees. Een stukje is ongevaarlijk, ik wil gewoon dat je het probeert. Proef met je hart, calorieën tellen verboden, laat het jouw moment niet verpesten. Je hart zal smelten evenals de chocolade. Je wilt nooit meer je tanden poetsen, je wilt de smaak voor altijd blijven proeven, de fantastische nasmaak. Ach een eerbetoon aan mijn letter C van witte chocolade. Het is alweer een tijdje geleden en ik heb toch mijn tanden gepoetst, Sinterklaas is vast teleurgesteld in mij. Ik durf niet meer te genieten, ik heb mezelf een verbod opgelegd. Gelukkig worden van eten, God wat mis ik het verleden. Hier jij mag mijn chocolade letter hebben, de letter C van Cindy. Beloof me te genieten, ga op in de volle, romige smaak. Het witte wolkje zal je dragen en je meenemen naar een plekje speciaal voor jou alleen. Je eigen genotsmomentje, jij en de letter C van witte chocolade.

Cindy

Samen

Jij en ik. Ik en jij. Samen wij.

De zon, de maan en sterren, het gehele universum.

Een glaasje wijn, een terrasje, een zonnige dag in mei. 

Een bord eten, spaghetti, boerenkool met worst. 

Een hond aan de riem, zit, lig, sta, heel braaf. 

Een top idee, een lichtpuntje, een kant en klare oplossing. 

Een open vraag, geen juist antwoord, altijd alles goed. 

Een ballerina, spitzen, een pirouette een plié.

Een liefdesbrief, een valentijnskaartje, anoniem. 

Een vogel vogelvrij, de blauwe lucht, vliegverkeer. 

Een spontane glimlach, kuiltjes in je wangen.

Een prinses, gekroond, van adel. 

Een fijne geur, Zwitsal, baby’tjes.

Een teddybeer, gewonnen op de kermis, je grootste vriend. 

Een lolly, suiker, eindeloos gelik.

Een kaars, tafel voor 2, roomservice. 

Een dik boek, gelezen, leesplezier. 

Een kindje, het strand, het uitgillen van vertier. 

Een kopje warme thee, een zoetje, zo gezellig. 

Een zwarte kat, ongevaarlijk, vrijdag de dertiende. 

Een sprookje, het begin, een gelukkig einde. 

Een knipoog, een wenk, een toeknijpend oogje. 

Water, bruisend, helder, schoon. 

Een traan, doorgelopen mascara, een zakdoek. 

Een zoen, een cadeautje, verjaardagsfeest. 

Een ballon, een touwtje, loslaten in de lucht. 

Een blauwe zee, een bootje, de horizon.

Jij en ik. Ik en jij. Samen wij, toch?

Cindy

Lijdend voorwerp, pijn

Wat ik liever niet wil zeggen is hoe pijn het me doet dat ik mezelf zo kwel. Hoe pijn bezit neemt van mijn geest, hoe ziek ik ben in mijn hoofd. Ik wil niet dat je weet, hoe ik me voel als ik alleen ben, bang of ongerust. Ik wil niet dat je meegaat in mijn negatieve spiraal, je doet alsof het je echt interesseert. De pijn is blijvend, erfgoed, antiek. Laat mij maar even, ik weet het zelf ook niet zo goed, ik kan de pijn niet categoriseren. Een diepe zucht, een verdwaalde adem, ik laat het gaan, ik laat het los. Badend in het zweet, wanhopig wakker, nooit een uitgeslapen geest. Een wens, een verloren hoop, een vragende kwestie een antwoord op mijn lijden. Draai je om, kijk niet terug, ik ben slechts een vage herinnering, vergeet mij maar.

Cindy

Gaap

Ik had een droom, een eigen boek schrijven. Missie geslaagd, mijn eerste boek werd goed ontvangen maar de onzekerheid die bleef. Was ik wel goed genoeg, mag mijn boek de boekenkast wel versieren, gelezen worden überhaupt? Geen volleerd schrijver, autodidact, onbelezen. Geen Shakespeare, geen Annie MG Schmidt, geen Roald Dahl, geen beroemdheid. Om origineel te kunnen schrijven moet je durven je fantasie de vrije loop te laten gaan. Niet angstig zijn voor de woorden die je brein creëert, zinnen die aansluiten op jouw denkwereld, hoe stom dan ook. Ben ik nu een schrijver, een auteur van vlees en bloed? Heb ik genoeg credit opgebouwd, bestaat mijn publiek echt? Schrijven als een oerdrift, oprecht en spontaan. Ik dacht altijd dat schrijvers grote levensgenieters waren of juist zwaar depressief. Zijn schrijvers niet stoffig, einzelgängers en verbaal inactief. Ik ben vrij open, een gezelschapsdier en verre van stoffig en toch schrijf ik. De kunst van het schrijven is dat niet het loslaten van de ingehouden ik. Lef tonen, is dat niet verplicht? Zijn mijn verhalen wel boeiend genoeg of zijn het slechts verhalen voor mezelf, een privé dagboek? Ik dagdroom, mijn fantasie slaat op hol, een tweede boek behoort dat tot de mogelijkheden? Ik draai me nog even om, ik droom nog even verder, gaap.

Cindy